Goedgekeurd door de gemeenteraad op 16 december 2019 en aangepast op 14 december 2020. Gepubliceerd op deze webpagina op 18 december 2020.
Artikel 1
Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025, wordt voor de gemeente zowel een openingsbelasting als een jaarlijkse belasting geheven op nachtwinkels gelegen op het grondgebied van de gemeente.
Artikel 2
Voor de toepassing van het reglement moet onder nachtwinkels verstaan worden, elke winkel die in algemene voedingswaren en huishoudartikelen handelt en tussen 21 en 7 uur open is.
Artikel 3
De openingsbelasting is een eenmalige belasting vastgesteld op 2000 euro en verschuldigd bij elke opening van een nieuwe handelsactiviteit van een nachtwinkel. Elke wijziging van uitbating is gelijkgesteld met een nieuwe handelsactiviteit.
De aanslagvoet van de jaarlijkse belasting is vastgesteld op 1000 euro per nachtwinkel. De openingsbelasting en de jaarlijkse belasting zijn ondeelbaar. Ze zijn verschuldigd voor het ganse kalenderjaar, welke ook de aanvang- of de stopzettingdatum van de economische activiteit of wijziging van uitbating in het jaar is.
De jaarlijkse belasting gaat in volgend op het jaar van inkohiering van de openingsbelasting, of bij gebreke hiervan, vanaf de inwerkingtreding van het huidig belastingreglement.
Er wordt geen enkele korting of teruggave van de belasting gedaan om welke reden dan ook.
Voor aanslagjaar 2020 wordt een eenmalige vrijstelling van 25 % toegestaan op de voormelde tarieven.
Artikel 4
De belasting is solidair en ondeelbaar verschuldigd door de eigenaar van de handelszaak, de uitbater ervan en de eigenaar van het pand waar de economische activiteit wordt gehouden.
Artikel 5
De eigenaar van de handelszaak en/of de uitbater van het pand zijn ertoe gehouden voorafgaandelijk aan elke economische activiteit aangifte hiervan te doen bij het gemeentebestuur. Ze zijn verplicht alle nodige vergunningen en documenten voor te leggen op eerste verzoek van het gemeentebestuur. Ze worden eraan gehouden de eventuele controle van hun verklaring mogelijk te maken. De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat binnen de door het gemeentebestuur vastgestelde periode behoorlijk dient ingevuld, ondertekend en teruggestuurd te worden.
Indien, om welke reden dan ook, de belastingplichtigen geen aangifteformulier ontvangen hebben, zijn deze jaarlijks ertoe gehouden voor 1 maart van het aanslagjaar op eigen initiatief het gemeentebestuur te informeren of binnen de maand na de opening van de nachtwinkel.
Artikel 6
In geval van tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van de zaak om welke reden dan ook, kunnen de belastingplichtigen op geen enkele schadeloosstelling aanspraak maken.
Artikel 7
Elke wijziging of stopzetting van economische activiteit dient onder verantwoordelijkheid van de belastingplichtigen onmiddellijk en per aangetekend schrijven te worden meegedeeld aan het gemeentebestuur.
Artikel 8
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Bij gebreke van een aangifte of bij de onvolledigheid hiervan wordt van ambtswege een belasting geheven op basis van de elementen waarover het gemeentebestuur beschikt.
Artikel 9
Op de ambtshalve ingekohierde belasting zal een belastingverhoging als volgt worden toegepast:
- 50 % van de verschuldigde belasting bij een eerste overtreding
- 100 % van de verschuldigde belasting vanaf de tweede en volgende overtreding.
Artikel 10
De beëdigde aangestelden van het gemeentebestuur zijn gemachtigd alle inbreuken op deze verordening vast te stellen.
Artikel 11
De vestiging en invordering van de belastingen evenals de regeling van geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Reacties