Goedgekeurd door de gemeenteraad op 12 december 2004.
Artikel 1
Er wordt een beheersorgaan met een raad van bestuur opgericht die als opdracht krijgt de inrichtende overheid (gemeenteraad en college van burgemeester en schepenen) bij te staan bij het beheer van het Gemeenschapscentrum.
Artikel 2
Het Gemeenschapscentrum omvat volgende gebouwen
- Gemeentehuis Cultureel Centrum, Boerenkrijglaan 61
- Heemkundig museum, Sint-Michielsstraat
- Kapel Onze-Lieve-Vrouw Ten Eyck, Geelse straat
- Polyvalente zaal Voortkapel, Stijn Streuvelsstraat
- Evenementenzaal De Zoerla, Gevaertlaan 1
- De vroegere gemeentelijke jongensschool in Zoerle-Parwijs
- de Merodezaal in Heultje
- Gemeenschapslokalen Tongerlo
- Polyvalente ruimte teken- en muziekacademie
- Diverse kleine lokalen
De zetel is gevestigd in het gemeentehuis, Boerenkrijglaan 61.
Artikel 3
De activiteiten van het Gemeenschapscentrum hebben tot doel:
- cultuurpresentatie en cultuurspreiding
- cultuurcreatie en cultuurproductie
- zorg voor erfgoed met aandacht voor bewaring en ontsluiting
- verhogen culturele participatie en competentie
- gemeenschapsvorming, opbouw en versterking van het sociale weefsel van de gemeente
Artikel 4
- De raad van bestuur heeft het recht op een volledige voorlichting over alle beheershandelingen van de inrichtende overheid in verband met het Gemeenschapscentrum.
- De raad van bestuur wordt door de inrichtende overheid met adviserende stem betrokken bij de voorbereiding en de uitvoering van gans het beheer van het Gemeenschapscentrum, inzonderheid bij veranderings- of vergrotingswerken, financieel beleid, personeelsaangelegenheden, huishoudelijk reglement, consessiecontracten en huurovereenkomsten.
Bij de aan de inrichtende overheid overgezonden adviezen kunnen minderheidsnota’s worden gevoegd, die een onafscheidelijk deel uitmaken van de adviezen. De inrichtende overheid verplicht er zich toe een gemotiveerd antwoord te geven indien op bepaalde adviezen van de raad van bestuur niet kan ingegaan worden. - De personeelsleden van het Gemeenschapscentrum worden benoemd door de inrichtende overheid, op voorstel van de raad van bestuur.
- De raad van bestuur is, binnen de perken door de begroting gesteld en na goedkeuring van elke uitgave door de inrichtende overheid, bevoegd voor de programmatie en culturele inhoud van de eigen activiteiten van het Gemeenschapscentrum op voorstel van de Cultuurraad.
- De beheersorganen of directie van het Gemeenschapscentrum hebben geen recht op tussenkomst in de programmering en de culturele inhoud van de activiteiten die er plaatsvinden op initiatief van de groeperingen-gebruikers, behalve wat betreft de maatregelen die behoren tot het strafrecht, het sociaal recht, het belastingsrecht, de economische reglementering en onverminderd de grondwettelijke waarborgen. De regels tot vaststelling van de gebruikersvoorwaarden mogen uitsluitend rekening houden met de eigen materiële kenmerken van de desbetreffende culturele infrastructuur. Om ideologische of filosofische redenen kan aan geen enkele groepering, voor culturele doeleinden, het gebruik van het Gemeenschapscentrum ontzegd worden.
Artikel 5
De raad van bestuur zal een werkbare, niet al te grote raad zijn, waarin alle fracties zoveel mogelijk vertegenwoordigd zijn.
De raad van bestuur wordt samengesteld uit 18 leden en voor de ene helft uit vertegenwoordigers van de gemeenteraad, en voor de ander helft uit afgevaardigden van door de minister van Nederlandse cultuur erkende adviesraden waarvan de inrichting en de werking bij decreet worden bepaald en/of individuen. Van de afgevaardigde, vanuit het culturele veld, dient er één vertegenwoordiger te zijn van de Heemkring Ansfried.
De raad zal samengesteld worden conform een evenredige verdeling over de fracties.
In de mate van het mogelijke zal een onrechtmatig overwicht zowel van één van de ideologische en filosofische strekkingen als van één van de groeperingen-gebruikers worden voorkomen.
Artikel 6
De toetreding tot de raad van bestuur behelst de aanvaarding van het organiek reglement en van het huishoudelijk reglement, en houdt de verplichting in tot het nakomen ervan.
Artikel 7
De hoedanigheid als lid wordt verloren:
- voor de leden afgevaardigd door de gemeenteraad
indien de politieke fractie van de gemeenteraad waardoor zij afgevaardigd werden tot vervanging besluit. De gemeenteraad dient over te gaan tot een globale hernieuwing van hun vertegenwoordigers in de loop van de zes eerste maanden volgend op de installatie van een nieuwe gemeenteraad. - voor de leden voorgedragen door de erkende gemeentelijke adviesraden
bij een nieuwe bestuursverkiezing in de betrokken adviesraad of indien de adviesraad tot hun vervanging besluit. - door ontslag van het lid
dit ontslag dient schriftelijk aan de voorzitter van de raad van bestuur meegedeeld te worden. - door overlijden of rechtsonbekwaamheid.
- door uitsluiting, waarover de raad van bestuur met een meerderheid van tweederden der aanwezige stemgerechtigde leden beslist. Een niet-gemotiveerde afwezigheid op drie achtereenvolgende samenkomsten van de raad van bestuur is een reden tot uitsluiting.
Het lidmaatschap mag evenwel niet langer duren dan zes jaar, doch is hernieuwbaar. De lidmaatschappen die worden toegekend na de goedkeuring van dit reglement, lopen ten laatste zes maanden na de installatie van een nieuwe gemeenteraad.
Artikel 8
Indien aan een lidmaatschap voortijdig een einde komt, door de redenen vermeld onder artikel 7, wordt zo spoedig mogelijk in de opvolging voorzien door de politieke fractie van de gemeenteraad of door de erkende gemeentelijke adviesraad door wiens afgevaardigde het betrokken lidmaatschap werd ingenomen. Deze opvolging dient te geschieden met inachtneming van de voorwaarden gesteld onder artikel 5.
Artikel 9
De raad van bestuur kiest onder zijn leden bij geheime stemming en bij volstrekte meerderheid een voorzitter en een ondervoorzitter, zodanig dat één van beiden behoort tot de leden afgevaardigd door de gemeenteraad en de andere tot de leden voorgedragen door de erkende gemeentelijke adviesraden.
Artikel 10
Alle personeelsleden van het Gemeenschapscentrum worden benoemd en ontslagen door de inrichtende overheid op voorstel van de raad van bestuur. De personeelsleden in vast dienstverband mogen geen politiek mandaat uitoefenen, noch zich kandidaat stellen voor politieke verkiezingen.
Artikel 11
Met inachtneming van het beslissingsrecht van de inrichtende overheid en van de adviserende en medebeslissende bevoegdheden van de Raad van Bestuur, wordt de cultuurfunctionaris belast met het algemeen toezicht op het dagelijks beheer van het Gemeenschapscentrum. Hij of zij organiseert de activiteiten in het Gemeenschapscentrum. Hij of zij is, in permanent overleg met de raad van bestuur, belast met de programmering van de eigen activiteiten van het Gemeenschapscentrum en zorgt voor de begeleiding van de programmering van de afdelingen van het Gemeenschapscentrum. Hij of zij is belast met interne personeelsbeleid, begeleidt en beveelt de stafmedewerkers en de andere personeelsleden die onder zijn of haar bevoegdheid werden geplaatst, met dien verstande dat het personeel van afzonderlijk door het Rijk erkende en gesubsidieerde culturele instellingen die in het gebouw of de gebouwen van het Gemeenschapscentrum zijn gevestigd (bijv. openbare bibliotheek, school voor kunstonderwijs, enz.) onder de bevoegdheid blijven van de cultuurfunctionaris die de leiding heeft van die instelling. Hij of zij zorgt ervoor dat de staffunctionarissen van het Gemeenschapscentrum, in het raam van hun werkprestaties, jaarlijks ten minste een week besteden aan hun permanente vorming in bijscholingscursussen, die afgestemd zijn op de organisatie van het socio-cultureel werk.
Hij of zij heeft de leiding en neemt het initiatief tot een regelmatig overleg onder de staffunctionarissen van de eigen afdeling en van de instellingen die in het Gemeenschapscentrum zijn gevestigd om hun sociaal-culturele activiteiten te coördineren, om
de lokalen van de gebruikte gebouwen er ruimtelijk naar te schikken en ze ter beschikking te stellen voor de culturele instellingen, het sociaal-cultureel werk in al zijn vormen en voor alle bevolkingsgroepen. Hij of zij adviseert de betrokken organisaties, op hun verzoek, over hun activiteiten, stimuleert en begeleidt hun initiatieven en zorgt, indien daartoe van de betrokken organisaties opdracht wordt gekregen, voor de animatie van hun cultureel werk. Hij of zij zorgt voor de regelmatige communicatie met en informatie aan de raad van bestuur, de inrichtende overheid, de gemeentelijke adviesraden met culturele bevoegdheid, de subsidiërende overheden, de groeperingen-gebruikers en het grote publiek. Hij of zij is zonder stemrecht, belast met het secretariaatswerk van de raad van bestuur. Hij of zij kan zich hierbij laten bijstaan door andere personeelsleden van het Gemeenschapscentrum.
Artikel 12
De raad van bestuur vergadert minstens éénmaal per kwartaal en zo dikwijls als de belangen van het Gemeenschapscentrum het vereisen. De oproepingsbrieven worden door de voorzitter, of bij ontstentenis, door de ondervoorzitter, alsmede door de secretaris-cultuurfunctionaris* ondertekend en, samen met de dagorde, verstuurd aan ieder lid ten minste één week voor de vergadering.
Op de agenda moet elk voorstel worden ingeschreven dat ten minste veertien dagen voor de vergadering schriftelijk door een stemgerechtigd lid wordt ingediend bij de secretaris. Over onderwerpen die niet op de agenda voorkomen, kan niet geldig beraadslaagd worden, tenzij mits akkoord van tweederden van de aanwezig stemgerechtigde leden.
Eén derde van de stemgerechtigde leden van de raad van bestuur kan de bijeenroeping van de raad van bestuur eisen met een door hen opgestelde dagorde. Deze samenkomst dient plaats te vinden binnen de maand na het schriftelijk indienen van zulk verzoek bij de voorzitter.
Artikel 13
De raad van bestuur kan geldig beraadslagen, welke ook het aantal aanwezigen zij. De leden van de raad van bestuur kunnen zich niet laten vertegenwoordigen door een plaatsvervanger.
Artikel 14
De vergaderingen van de raad van bestuur worden voorgezeten door de voorzitter, bij diens afwezigheid door de ondervoorzitter en als ook deze afwezig is door het stemgerechtigd lid met de hoogst leeftijd.
Artikel 15
De beslissingen worden genomen bij gewone meerderheid van geldig uitgebrachte stemmen. Als er gestemd wordt over personen of functies, of op verzoek van minstens éénderde van de aanwezige stemgerechtigde leden, gebeurt de stemming geheim. Bij staking van stemmen is, behoudens bij geheime stemming, de stem van de voorzitter van de vergadering beslissend. Bij geheime stemming gelden de regels zoals vermeld in de gemeentewet.
Artikel 16
Van elke bijeenkomst van de raad van bestuur, wordt een verslag opgesteld en opgenomen in een register ad hoc. Deze notulen worden opgesteld door de secretaris-cultuurfunctionaris* en door hem samen met de voorzitter ondertekend, na goedkeuring door de volgende vergadering. Elk lid ontvangt een beknopt verslag van de vergaderingen van de raad van bestuur samen met de uitnodiging van de volgende vergadering.
Artikel 17
De raad van bestuur mag op zijn samenkomsten deskundigen uitnodigen die geen lid zijn van de raad van bestuur omwille van hun bijzondere bevoegdheid. Zij hebben slechts raadgevende stem.
Artikel 18
De raad van bestuur kan raadgevende commissies vormen, waarvan de samenstelling en de werking bij huishoudelijk reglement bepaald worden. Het voorzitterschap van deze commissies wordt steeds waargenomen door een lid van de raad van bestuur. In de schoot van deze commissies kan een beroep gedaan worden op niet-leden van de raad van bestuur of deskundigen.
Artikel 19
Een huishoudelijk reglement regelt alle verdere aangelegenheden die door dit organiek reglement niet concreet omschreven worden. Dit huishoudelijk reglement dient ter goedkeuring voorgelegd te worden aan het college van burgemeester en schepenen.