Beschrijving
Goedgekeurd door de gemeenteraad op 16 december 2019.
Artikel 1
Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025, wordt voor de gemeente een belasting geheven op de aanplakborden voor publicitaire doeleinden.
Artikel 2
Onder aanplakborden wordt verstaan elke constructie in onverschillig welk materiaal, geplaatst langs de openbare weg of op een plaats in de open lucht, die zichtbaar is vanaf de openbare weg, waarop reclame wordt aangebracht door aanplakking, vasthechting, schildering of door elk ander middel, met inbegrip van muren en omheiningen, die gehuurd of gebruikt worden om er reclame op aan te brengen.
Artikel 3
Voor de berekening van de belasting wordt de nuttige oppervlakte van het bord in aanmerking genomen, zijnde de oppervlakte die voor aanplakking kan gebruikt worden, met uitzondering van de omlijsting. Voor de muren is alleen dat gedeelte van de muur belastbaar dat werkelijk voor de reclame wordt gebruikt. Hierbij dient de bedekte totale oppervlakte te worden beschouwd als één bord, ook indien er verschillende reclames op voorkomen. Ieder belastbaar voorwerp wordt afzonderlijk beschouwd.
Artikel 4
Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 35 euro per vierkante meter of gedeelte van een vierkante meter oppervlakte van het bord.
Artikel 5
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon, die beschikt over het recht om gebruik te maken van het aanplakbord en in bijkomende orde, als de gebruiker niet gekend is, door de eigenaar van de grond, muur of de omheining waarop zich het bord bevindt of de reclame is aangebracht.
Artikel 6
De belasting is ondeelbaar. De toestand op 1 januari van het belastingjaar wordt in aanmerking genomen.
Artikel 7
De belasting is niet verschuldigd voor
- borden, geplaatst door openbare besturen, openbare instellingen of instellingen van openbaar nut, voor zover geen winstgevend doel wordt nagestreefd
- borden die alleen gebruikt worden voor notariële aankondigingen
- borden die alleen gebruikt worden ter gelegenheid van wettelijk voorziene verkiezingen
- borden, hoewel zichtbaar vanaf de openbare weg, geplaatst op sportterreinen en gericht naar de plaats van de sportbeoefening
- borden die alleen gebruikt worden voor aankondiging van de eigen firmanaam op de plaats waar de bedrijfsuitbating gevestigd is
- borden geplaatst door politieke, culturele, sociale of godsdienstige organisaties, wanneer het gaat om aankondigingen van hun eigen activiteiten op politiek, cultureel, sociaal of godsdienstig vlak, op voorwaarde dat die borden niet langer dan één maand voor de aankondiging van hun activiteit aangewend worden
Artikel 8
De belastbare elementen worden geteld door het gemeentebestuur.Het ontvangt van de betrokkenen een ondertekende verklaring, volgens het model en binnen de termijn vastgesteld door het college. De betrokkenen die geen formulier van aangifte zouden ontvangen hebben, zijn niettemin verplicht spontaan aan het gemeentebestuur de elementen te verstrekken die nodig zijn voor de toepassing van de belasting.Van de plaatsing, overname, vergroting, verkleining of wegname van het aanplakbord dient binnen de maand aangifte te worden gedaan bij het college.
Artikel 9
Bij gebrek aan aangifte binnen de door het college gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve gevestigd worden op basis van de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt.
Voor de belasting ambtshalve wordt gevestigd, brengt het college de belastingplichtige met een aangetekende brief op de hoogte van de redenen waarom ze gebruik maakt van deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van die elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De belasting mag niet worden gevestigd voor die termijn verstreken is, behoudens als de rechten van de gemeentelijke thesaurie in gevaar verkeren ingevolge een andere oorzaak dan het verstrijken van de aanslagtermijnen.
Ambtshalve belastingen kunnen geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 1 januari van het aanslagjaar. Die termijn van drie jaar wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.
Als de belasting ambtshalve is gevestigd, moet de belastingplichtige het bewijs leveren van de juistheid van de door hem ingeroepen elementen.
Artikel 10
Op de ambtshalve ingekohierde belasting zal een belastingverhoging als volgt worden toegepast:
- 50 % van de verschuldigde belasting bij een eerste overtreding
- 100 % van de verschuldigde belasting vanaf de tweede en volgende overtreding.
Het bedrag van die belastingverhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.De overtredingen worden vastgesteld door de bevoegde personeelsleden daartoe speciaal door het college aangesteld.
Artikel 11
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 12
De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Reacties